Vragen en
antwoorden
Vragen en
antwoorden
Invento-Energy (verder Invento) wil een windmolen ontwikkelen met een vermogen van maximaal 6,5 MW die jaarlijks ca. 17.000 MWh aan elektriciteit zou leveren. Dit is ongeveer wat 4.600 gezinnen op een jaar verbruiken.
De mast is 150 meter hoog. De tiphoogte is 231 meter. Door te kiezen voor een groot model, de gangbare standaard van wat vandaag op de markt is, doet Invento aan energie-maximalisatie. in lijn met de instructies van de Vlaamse regelgever het maximale aan energie uit een geschikte plaats halen. Eén grote molen is er drie of vier van de vorige generaties waard. Grote molens hebben daarnaast het voordeel dat ze rustiger en dan ook stiller draaien.
De windmolen komt In landbouwgebied tussen Tommelbergweg, Henxbroekweg en Wehagenweg, aan de oever van de Wehagenbeek.
Het is een locatie met veel wind, in een landbouwlandschap aan de E19 als belangrijke infrastructuurlijn, gebundeld met de hogesnelheidsspoorlijn. In de onmiddellijke nabijheid van de site staan reeds vijf windmolens die deel uitmaken van een complex van 19 windmolens. Het project van Invento wordt dus gekoppeld aan een opvallend windveld. In overeenstemming met de recent geüpdatet Omzendbrief OMV/2023/1 van de Vlaamse Regering is het project geclusterd met andere molens en gekoppeld aan twee markant in het landschap aanwezig lijnelementen, de hogesnelheidslijn en de E19. Met deze ene grote windmolen haalt Invento het maximaal mogelijke uit het terrein. Dit heet “energetische maximalisatie”. De molen is verder op deze locatie niet hinderend voor de luchtvaart en heeft geen impact op radarinstallaties van Skeyes, defensie of KMI. Er is ook geen negatieve impact op beschermde landschappen. Er liggen geen Seveso-installaties in de omgeving. De molen komt voldoende ver van woningen, waardoor hij optimaal en zonder te veel stilstanden of vertraging de wettelijke normen op vlak van slagschaduw en geluidshinder zal halen.
Het Burgemeestersconvenant is een Europees initiatief waarbij lokale besturen vrijwillig beloven om de CO2-uitstoot op hun grondgebied te verminderen. In Wuustwezel moet men tegen 2030 minstens 40% minder CO2 uitstoten dan in 2011. Op 19 mei 2015 ondertekende Wuustwezel, samen met de IGEAN gemeenten, het eerste Burgemeestersconvenant. Het energie- en klimaatactieplan van de gemeente werd getekend op 26 september 2022. Met dit klimaatplan engageert de gemeente Wuustwezel zich om tegen 2030 op haar grondgebied een CO2-reductie van minimum 40% te realiseren door energie-efficiëntie en via het gebruik van duurzame energiebronnen. De gemeente Wuustwezel wil evolueren naar een duurzame en klimaatneutrale gemeente die bestand is tegen de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering. De geplande windmolen gaat groene stroom produceren en zo draagt hij zijn steentje bij aan deze doelstelling.
De gemeente streeft ook naar de installatie van zonnepanelen op 20% van alle woningen. Zowel zon- als windenergie zijn nodig. Bovendien vullen ze elkaar perfect aan: in de zomer is er immers meer zonne-energie, in de winter meer windenergie. Bovendien zal de windmolen stroom leveren wanneer de zon niet schijnt maar het wel waait.
Eigen, lokale energie biedt heel wat voordelen aan de samenleving en aan de economie. We zijn zeker van groene stroom met een goedkope productiekost, en we strijden tegen de opwarming van de aarde. Maar daarnaast wil Invento ook iets betekenen voor de buurt. De energieproducent wil de buurtbewoners laten mee profiteren van de winst die de windmolen maakt, via een systeem van crowdfunding. Wie bijdraagt aan de investering krijgt een deel van het rendement. Daarnaast zoekt Invento naar mogelijkheden om de buurtbewoners in de onmiddellijke omgeving van het project een lagere energierekening te bezorgen.
Invento hecht veel belang aan zorgvuldig onderzoek van mogelijke nadelige effecten in de MER-screening. Deze screening is een studie die de potentiële milieueffecten van het project onderzoekt. Bij de vergunningsaanvraag zal het bedrijf ook gedetailleerd studiewerk laten uitvoeren over landschap, slagschaduw, geluid, veiligheid en natuur. Zo kunnen alle aspecten in overweging worden genomen bij het verlenen van de vergunning.
De strenge normen voor slagschaduw worden gehaald, namelijk niet meer dan 8 uur per jaar en nooit langer dan 30 minuten per dag. Indien die grens nadert, zal de windmolen automatisch stoppen. Bovendien, als de wind te sterk waait en de windmolen te veel geluid zou maken, zal hij automatisch langzamer draaien. Op die manier bevat het project alle maatregelen om mogelijke hinder te vermijden.
Een deskundige voert een natuurstudie uit om te bepalen of er significante effecten kunnen ontstaan op de aanwezige natuurwaarden: vogels en vleermuizen.
Voor vogels worden er in dit gebied van Wuustwezel geen significante effecten verwacht, zoals schadelijke botsingen of verstoring. De kaarten van de INBO ‘Vlaamse risicoatlas vogels-windturbines’ geven aan welke gebieden een risico vormen voor vogels. Deze atlas biedt een eerste indicatie en vormt het startpunt voor een gedetailleerde analyse van een gepland project. De huidige locatie valt binnen een zone met “mogelijk risico”, dit is de laagste categorie waarin ruime bufferzones zitten rond belangrijker gebieden waar mogelijk lokale vogeltrek plaatsvindt. Het is niet waarschijnlijk dat die trek zich hier voordoet. Toch houdt Invento rekening met mogelijke impact op vogels om alle risico’s uit te sluiten.
Windmolens kunnen ook effect hebben op vleermuizen. De kaarten van de INBO ‘Vlaamse risicoatlas vleermuizen-windturbines’ geven aan welke gebieden mogelijk een risico vormen voor vleermuizen. De geplande locatie valt buiten de zones waar mogelijk risico is.
Landschappen zijn voortdurend in beweging en veranderen over de tijd. Vroeger waren er bijvoorbeeld geen snelwegen, spoorlijnen of hoogspanningslijnen. Bij de keuze van locaties voor windenergie wordt er echter zorgvuldig nagedacht, in overeenstemming met de ruimtelijke visie van de Vlaamse Overheid.
Windmolens zijn hedendaagse elementen die goed passen in moderne en dynamische landschappen. Net zoals kerktorens maken ze deel uit van het landschap. Ze symboliseren de focus van de samenleving op duurzame energie en de zorg voor de planeet en het klimaat. De esthetische waardering voor windmolens varieert: sommigen beschouwen ze als een elegante toevoeging aan het landschap, terwijl anderen ze minder aantrekkelijk vinden. Dit is vaak afhankelijk van persoonlijke smaak en de houding ten opzichte van duurzame energie.
De geplande windmolen past binnen het uitgebreide windmolenveld dat aanwezig is rond de E19 en de spoorlijn. Hij zal opgaan in het samenspel van de verschillende aanwezige molens.
De vergunningen worden verleend door het Gewest, die daarbij steunt op het gecoördineerd advies van de Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissie of GOVC. In deze commissie zijn de belangrijkste adviesdiensten en relevante overheidsafdelingen vertegenwoordigd.
In de gemeente Wuustwezel wordt er gedurende 30 dagen een openbaar onderzoek gehouden, waarbij bewoners de mogelijkheid hebben om opmerkingen, bezwaren of steunbetuigingen in te dienen. De gemeente verzamelt deze inbreng en overhandigt ze aan de vergunningverlener. Daarnaast heeft de gemeente zelf ook de gelegenheid om haar advies uit te brengen aan de GOVC. Tegelijkertijd vraagt de GOVC adviezen aan relevante overheidsdiensten en -afdelingen, waaronder:
- Agentschap voor Natuur en Bos
- Agentschap Wegen en Verkeer
- Departement Omgeving stedenbouwkundig advies
- Departement Omgeving milieuadvies
- Vlaamse Milieumaatschappij
- Vlaams Energie Agentschap
- Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer: luchtvaart
- Defensie: militaire luchtvaart
- Hulpverleningszone brandweer
- …
Invento wil bij voorkeur de omgevingsvergunningsaanvraag indienen In het najaar van 2023. De overheid kan tot 30 dagen gebruiken om het dossier volledig en ontvankelijk te verklaren.
Nadien start een openbaar onderzoek van 30 dagen, met aanplakking.
In het najaar komen alle betrokken overheden in het kader van de MER-procedure samen om het dossier op zijn milieuaspecten te bespreken.
De overheid heeft 120 dagen om het dossier te beoordelen.
Voorjaar 2024 wordt een beslissing van het Gewest verwacht.
Indien een definitieve vergunning wordt bekomen, dan kan de windmolen groene stroom voorzien vanaf 2025.
Windenergie biedt talrijke voordelen. Het is een vorm van energie die volledig schoon is, zonder enige vervuiling. Bovendien maakt ze ons onafhankelijk van verre landen voor onze stroom, in tegenstelling tot andere energiebronnen. Het risico van schommelende brandstofprijzen is hierdoor onbestaande.
Op dit moment is windenergie op land de meest efficiënte bron van elektriciteitsproductie, op de voet gevolgd door zonne-energie.
Windenergie, net als elke vorm van energieproductie, heeft enkele nadelen. De elektriciteitsproductie is niet constant en afhankelijk van de windsnelheid. Windmolens zijn zichtbaar in het landschap en kunnen geluid en slagschaduw veroorzaken. Ze kunnen ook impact hebben op vogels en vleermuizen. Dit wordt grondig onderzocht. Hoe beter de plaats waar hij ingeplant is, hoe minder nadelige effecten.
Windmolens draaien uiteraard alleen wanneer er voldoende wind is. Gelukkig is dat in de praktijk meestal het geval, omdat zelfs een matige wind vanaf drie Beaufort of 14 km/h al voldoende is. Het komt zelden voor dat er te weinig wind is. Om ervoor te zorgen dat windmolens optimaal presteren, zijn ze uitgerust met een anemometer boven op de mast. Deze meet voortdurend de windkracht en -richting, zodat de molen zich naar de wind kan richten en maximaal rendement kan behalen.
Eerst en vooral moet er voldoende wind zijn. Dit hangt af van het lokale landschap, het reliëf, de afstand tot de zee, de afstand tot bestaande windmolens en eventuele hoge obstakels.
Daarnaast moeten de bepalingen voor een goede ruimtelijke ordening gerespecteerd worden. De Vlaamse wetgeving is hierin zeer streng. Windmolens moeten gebundeld worden in bijvoorbeeld industriegebieden of in de nabijheid van lijnvormige infrastructuren zoals belangrijke wegen, spoorwegen en hoogspanningslijnen.
Ten slotte zijn er normen voor geluid- en slagschaduw, voorwaarden met betrekking tot veiligheid, natuur zoals op vogels of vleermuizen, onroerend erfgoed, luchtvaart, enz…
Volgens een recent onderzoek is maar liefst 70% van de Vlamingen ervan overtuigd dat ons energiesysteem moet worden gebouwd op hernieuwbare bronnen. Hoewel individuele initiatieven zoals zonnepanelen op daken of kleine windmolens van particulieren een positieve bijdrage leveren, zullen ze alleen niet voldoende zijn om de groene energiedoelstellingen te bereiken. Daarom is het essentieel om ook grootschalige installaties te bouwen, zoals grote windmolens op land en op zee, zonneparken en grotere bio-energiecentrales. Elke bijdrage, ook van kleinere installaties, is echter welkom en noodzakelijk om vooruitgang te boeken op het gebied van duurzame energie. Bron https://www.vlaanderen.be/windenergie.
Windmolens op zee plaatsen is natuurlijk een prima idee. Op zee waait het niet alleen meer, de wind is er ook constanter en voorspelbaarder dan op het land. Windenergie op zee vraagt echter forse investeringen, bijvoorbeeld om de stroom aan land te kunnen brengen. De kost per geproduceerde eenheid energie voor windmolens op zee is momenteel nog altijd hoger dan deze voor windmolens op land. Ook de ruimte op zee is overigens beperkt en het Belgisch deel van de Noordzee zal tegen 2030 na de afwerking van de prinses Elisabethzone quasi volgebouwd zijn. Windmolens op zee zullen dan zorgen voor ongeveer een kwart van de elektriciteitsproductie in België. Maar willen we in de toekomst voldoende duurzame energie kunnen produceren, hebben we ze allebei nodig, windmolens aan land en op zee.
Ook zonnepanelen hebben we hard nodig om voldoende duurzame stroom te kunnen opwekken. Ze zijn ideaal op daken. Ze nemen echter veel plaats in.
Zonne-energie en windenergie vullen elkaar mooi aan. Wanneer de zon niet schijnt, ’s nachts bijvoorbeeld, kan de wind wel blijven waaien. En waar de zon vooral in de zomermaanden rendeert, waait de wind vooral in de wintermaanden.
Windmolens zijn ontworpen om gedurende minstens 25 jaar energie te produceren. Aan het einde van hun levensduur worden de windmolens zorgvuldig afgebroken en wordt het terrein teruggebracht naar zijn oorspronkelijke staat. In sommige gevallen krijgen windmolens een tweede kans op een andere locatie, omdat er een levendige tweedehandsmarkt voor is. Als recyclage nodig is, blijkt dat ongeveer 90% van het materiaal in de windmolen kan worden gerecycleerd. Het beton van de sokkel wordt verwerkt tot granulaat, terwijl het staal van de mast en de verschillende metalen in de gondel worden gerecycleerd tot nieuw metaal. De wieken van de windmolens bestaan uit een licht gelamineerd composietmateriaal, samengesteld met verschillende soorten vezels. Het recycleren van deze wieken vormt op vandaag nog een uitdaging. Momenteel worden de wieken volledig verwerkt in cementovens, waar ze dienen als energiebron en vulstof voor cement. Het storten van wieken op stortplaatsen is absoluut verboden en komt nooit voor. Op het internet circuleren soms beelden van begraven windmolenwieken. Weet dat deze beelden afkomstig zijn uit oude Amerikaanse bronnen, fake news.
Slagschaduw is een fenomeen dat optreedt bij windmolens. Wanneer de zon achter de draaiende wieken van een windmolen staat, kan er een schaduw ontstaan die periodiek over de grond beweegt. Deze schaduw wordt slagschaduw genoemd. Dit kan hinderlijk zijn voor mensen die in de buurt van de windmolen wonen of werken.
Slagschaduw wordt streng gereguleerd: in Vlaanderen mag er op een woning per dag niet meer dan 30 minuten en per jaar niet meer dan 8 uur slagschaduw vallen. Voor bedrijven geldt een maximum van 30 uur per jaar. Let wel: we meten slagschaduw als de totale periode waarin licht en schaduw elkaar afwisselen, en niet alleen de korte momenten waarin er schaduw is.
De windmolen bevat lichtsensoren en computers die te allen tijde de positie van de zon, de rotor en de huizen in de gaten houden. Dankzij de lichtsensor kan hij onderscheiden of de zon al dan niet schijnt.
De computer berekent of er slagschaduw zal vallen op een specifieke woning en houdt dit bij in een logboek dat ook toegankelijk is voor de milieu-inspectie. Zodra de wettelijke grens van 30 minuten slagschaduw per dag of 8 uur per jaar per woning is bereikt, komt de windmolen tot stilstand. De windmolen houdt daarbij rekening met de eigen slagschaduw maar ook met de slagschaduw van alle andere windmolens in de buurt. Pas wanneer de zon voldoende verplaatst is en geen schaduw meer werpt op de woning, wordt de molen weer in werking gesteld. Daarom zie je soms windmolens eventjes stilstaan. Ze zijn niet defect, maar wachten geduldig tot de zon haar positie verandert om de buren niet te storen.
De windmolen is uitgerust met een geavanceerde anti-reflecterende coating of een speciale licht-absorberende verf, waardoor hinder door lichtreflectie volledig wordt voorkomen. Deze technologische kenmerken zorgen ervoor dat het zonlicht niet weerkaatst wordt door de wieken van de molen, waardoor er geen verstoring optreedt in de omgeving.
Dankzij deze doeltreffende maatregelen is het mogelijk om het optreden van ongewenste schitteringen of reflecties te vermijden. Hierdoor worden mogelijke overlast en visuele hinder, zoals verblinding of verstoring van het landschap, voorkomen. De windmolen integreert harmonieus in de omgeving en draagt bij aan de duurzame energieproductie zonder dat het natuurlijke lichtspel wordt verstoord. Het gebruik van deze anti-reflecterende coating of lichtabsorberende verf is een effectieve manier om ervoor te zorgen dat windmolens minder opvallen in de omgeving.
Er zijn twee soorten geluid die een windmolen kan produceren. Eerst heb je het mechanische geluid, veroorzaakt door de bewegende delen zoals de generator. Hoeveel geluid dat maakt, hangt af van het type windmolen. Nieuwere modellen zijn over het algemeen stiller dan oudere. Daarnaast heb je ook het geluid van de draaiende wieken. De hoeveelheid gezoem dat je hoort, hangt af van de windsnelheid, de draaisnelheid en de vorm van de wieken.
Het geluidsniveau van een windmolen is afhankelijk van verschillende factoren. Bij zacht weer is de molen meestal niet hoorbaar, tenzij je er recht onder staat. Bij harde wind kan je de molen mogelijk wel horen, maar dan neemt ook het achtergrondgeluid sterk toe. Het geluid van de wind die door de bomen ruist of langs gebouwen waait, zal het geluid van de windmolen vaak overstemmen.
Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van geluidsarme windmolens. Ze hebben betere geluidsisolatie, draaien op lagere snelheden en hebben geavanceerde aerodynamische wieken.
Om te voorkomen dat windmolens geluidsoverlast veroorzaken voor de omwonenden, zijn er regels opgesteld. Er zijn wettelijke grenswaarden vastgesteld voor de hoeveelheid geluid die een windmolen of windmolenpark mag produceren bij een woning of in een woongebied. Deze grenswaarden worden bepaald in het VLAREM, het Vlaams Reglement op de Milieuvergunning. De grenswaarden in Vlaanderen behoren tot de strengste ter wereld en voldoen ruimschoots aan de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Overdag gelden andere normen dan ’s nachts, en er zijn ook verschillende normen voor woongebieden, industriële gebieden en andere gebieden. Huizen in woongebieden of landelijke gebieden hebben de strengste grenswaarde van 44 dB(A) overdag en 39 dB(A) tijdens de avond- en nachtperiode. Voor agrarisch gebied geldt een grenswaarde van 48 dB(A) overdag en 43 dB(A) tijdens de avond- en nachtperiode. Het is belangrijk op te merken dat deze waarden worden gemeten aan de buitenkant van de gevel. De geluidswaarden binnen zullen uiteraard lager zijn.
dB(A) of decibel is een technische schaal die moeilijk te interpreteren is. Daarom kan je het vergelijken met geluiden die je kent. De norm van 39 dB(A) komt bijvoorbeeld overeen met het zachte gezoem van een koelkast die buiten aan je gevel staat.
Bij de ontwikkeling van een windenergieproject is het wettelijk verplicht om een akoestisch onderzoek uit te voeren om aan te tonen dat de geluidsnormen worden nageleefd. Het onderzoek houdt rekening met de meest ongunstige omstandigheden, waarbij wordt aangenomen dat het geluid van de windmolens maximaal is, dus bij hoge windsnelheden, en dat de wind altijd vanuit de richting van de windmolens naar de woningen waait.
Indien nodig zal de windmolen tijdens de avond- en nachtperiode langzamer en dus stiller draaien.
Voorbeelden van bronnen van infrasoon geluid zijn oceaangolven, onweer, olifanten, orkanen, sub- en supersoon vliegverkeer en er is ook infrageluid waarvan we de bronnen vooralsnog niet kennen. Ook ventilatoren, airconditioning, compressoren, luidsprekers en huishoudelijke apparaten zoals wasmachines en droogkasten zijn bekende bronnen van infra- en laagfrequent geluid. Zelfs onze eigen hartslag en ademhaling veroorzaken infrasoon geluid.
De Nederlandse overheid heeft infrasoon geluid bij windmolens grondig onderzocht. Ze stelde vast dat het infrasoon geluid veroorzaakt door verkeer in de woningen sterker aanwezig is dan dat van windmolens. En ook vonden ze geen invloed op de gezondheid (referentie: Kennisbericht Geluid van windmolens – Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu NL – 2015). Het feit dat het geluid van verkeer vele malen storender is dan dat van windmolens was trouwens ook de conclusie uit het recente rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO.
Een studie gepubliceerd in Frontiers in Public Health bespreekt verschillende wetenschappelijke conclusies over windmolens en gezondheid. De vaststelling die volgt uit hun onderzoek is dat infra- of laagfrequent geluid van windmolens niet direct leidt tot gezondheidsproblemen. Zij concluderen dat de symptomen die tegenhangers van windprojecten bovenhalen veroorzaakt worden door de irritatie om de aanwezigheid van de windmolens.
Dit psychologische aspect wordt eveneens bevestigd door een studie gepubliceerd in Health Psychology. Deze studie toont aan dat gezonde vrijwilligers, wanneer zij informatie krijgen over het verwachte lichamelijke effect van infrageluid, effectief symptomen melden die overeenstemmen met die informatie. Die symptomen worden gemeld zowel tijdens de blootstelling aan infrageluid als wanneer er geen infrageluid is. De resultaten tonen aan dat het verband tussen blootstelling aan windmolens en gezondheidsklachten verklaard kan worden door psychologische verwachtingen. Net zoals het placebo-effect klachten kan laten verdwijnen, kan het nocebo-effect klachten doen verschijnen. Het verstrengen van geluidsnormen zal deze klachten dus niet oplossen omdat ze niet veroorzaakt worden door de geluidsbron zelf, maar door de manier waarop informatie verspreid wordt en omwonenden verontrust worden.
Bovenstaande studies zijn degelijke wetenschap. Nagelezen door kritische onafhankelijke collega-wetenschappers en gepubliceerd in gereputeerde wetenschappelijke tijdschriften. Hierin onderscheiden ze zich van veel fake news en ongefundeerde stemmingmakerij op internet.
Dit hangt af van het type windmolen en de producent, maar we kunnen ervan uitgaan dat windmolen die CO2 na 3 tot 6 maanden draaien hebben gecompenseerd.
Om de veiligheid van windmolens verder te verzekeren, worden er aanvullende maatregelen en procedures toegepast. Hier zijn enkele belangrijke aspecten:
- Redundant remsysteem:
Windmolens zijn uitgerust met een redundant remsysteem dat ervoor zorgt dat de rotorbladen gestopt kunnen worden in geval van nood. Dit systeem omvat meerdere remmen die onafhankelijk van elkaar kunnen functioneren, waardoor een extra laag veiligheid wordt geboden. - Permanent monitoringssysteem:
Windmolens worden voortdurend gemonitord via sensoren die belangrijke parameters zoals trillingen, temperatuur en draaisnelheid meten. Deze gegevens worden geanalyseerd in een controlekamer, waar experts de prestaties en conditie van de windmolen in de gaten houden. Eventuele afwijkingen of potentiële problemen kunnen zo vroegtijdig worden gedetecteerd en aangepakt. - Periodiek en pro-actief onderhoud:
Windmolens ondergaan regelmatig onderhoud om ervoor te zorgen dat alle componenten optimaal functioneren. Dit omvat inspecties, smering van bewegende delen, vervanging van versleten onderdelen en algemene controles. Door preventief onderhoud uit te voeren, kunnen mogelijke storingen of defecten tijdig worden opgemerkt en verholpen. - Certificering volgens IEC-normen:
Windmolens worden gecertificeerd volgens internationaal geldende normen, zoals de IEC-(International Electrotechnical Commission) normen. Deze normen stellen eisen aan de constructie, sterkte en duurzaamheid van windmolens, rekening houdend met het geldende windklimaat en uitzonderlijke weersomstandigheden zoals stormen. De certificering zorgt ervoor dat de windmolens voldoen aan de vereiste veiligheidsstandaarden.
Door het implementeren van redundante remsystemen, permanente monitoring, periodiek onderhoud en certificering volgens internationale normen, wordt de veiligheid van windmolens gegarandeerd. Deze maatregelen zorgen ervoor dat ze betrouwbaar kunnen functioneren in verschillende weersomstandigheden en dat ze veilig en efficiënt bijdragen aan de duurzame energievoorziening.
Ja. Om een toekomst met duurzame energie uit te bouwen, zijn windmolens onmisbaar. En daar staat de Vlaming ook achter. Jaarlijks meet het Vlaams Energie en Klimaat Agentschap VEKA het draagvlak voor windenergie: amper 9% ziet liever geen windmolens in de eigen gemeente. De tegenstand is dus zeer beperkt, maar haalt vaak de pers en dat kan een vertekend beeld geven. Het volledige rapport van de studie over draagvlak voor windenergie staat op https://www.energiesparen.be/marktonderzoek. Door snel in het proces overleg en participatie op te starten, wordt wind een succesverhaal voor de buurt.
Ook de provincie West-Vlaanderen hield een grootschalig onderzoek bij omwonenden van windmolenparken. Uit de enquête blijkt dat 76% van de omwonenden geen overlast ervaart. Bij 40% van de respondenten blijkt dat ze nu een positievere houding aannemen tegenover de windmolens dan tijdens de aankondiging ervan. Bij de helft is de houding onveranderd en slechts 10% neemt een negatievere houding aan. (Bron: https://www.west-vlaanderen.be/artikel/provincie-voert-grootschalig-onderzoek-uit-bij-omwonenden-windmolenparken )
De Vlaamse Overheid mikt in het Vlaams Energie en Klimaatplan op een combinatie van hernieuwbare energieproductie en energiebesparingen om de energiedoelstellingen te behalen. De hernieuwbare energieproductie in GWh (gigawattuur – hoeveelheid energie per uur) moet in 2030 in Vlaanderen uit verschillende energiebronnen komen: 39% uit windenergie, 49% uit zonne-energie en de overige 12% uit andere bronnen zoals waterkracht, warmtepompen, geothermie, … We hebben alle vormen van duurzame energie nodig om er te geraken.
Het onderzoek toont in Vlaanderen de mogelijkheid aan om in 2030 ongeveer 2,5 GW (gigawatt – elektrisch vermogen) aan windenergie te installeren. Eind 2020 stond de teller op 1,3 GW. Er restte toen tien jaar om de windcapaciteit bijna te verdubbelen. Dit zal moeten gebeuren door de bouw van nieuwe windmolens en het vervangen van bestaande windparken. Simpel uitgedrukt komt dit neer op dertig nieuwe grote windmolens in Vlaanderen per jaar. We moeten een tandje bijsteken, waar ook elke bescheiden windmolen zijn duit in het zakje doet.
Eind 2021 waren er in Vlaanderen aan land 680 windmolens. Het totaal geïnstalleerd vermogen aan windenergie bedroeg 1,54 GW. Meer details over de cijfers vindt u op deze website. (link: https://wind.ode.be/nl/cijfers)